Vernieuwde VDA 6.3-norm sluit aan bij vernieuwde systemen

De VDA 6.3 past volledig in de procesgerichte aanpak van interne audits, en ook in ISO/TS 16949. Bestemd voor de automobielsector, kan de standaard evenwel door elke organisatie worden gebruikt.
vda6.3
VDA

De voordelen

Naast de aansluiting op de procesgerichte aanpak van interne audits en de ISO/TS 16949 heeft de VDA6.3 nog meer troeven. Zo kan de standaardaanpak van de procesaudits voor elke afdeling en organisatie worden gebruikt, en blijven resultaten dus vergelijkbaar.
De vernieuwde aanpak in de 2010-versie verplicht de organisatie ook om tijdens de voorbereiding de potentiële risico's in het proces te definiëren en daar tijdens de audit extra aandacht aan te besteden. Men promoot dan ook het gebruik van de “turtle”-aanpak, een reeds veelgebruikte techniek in de ISO/TS 16949.
De rapporten beschrijven op een uitstekende wijze de sterke en de zwakke punten in het geauditeerde proces, en vormen dan ook de perfecte basis voor het vastleggen van verbeteracties.
Ten slotte geeft de vernieuwde aanpak ook aan waar de grootste verliezen in een proces zich bevinden en kan worden gewerkt aan de efficiëntie van de processen.

Zeven vragenlijsten

Procesaudits kunnen zowel intern als extern worden gebruikt, gedurende de volledige levenscyclus van het product, en dit voor zowel kleine, middelgrote als grote organisaties. De cyclus van een product is afhankelijk van de plaats in de supply chain

vda

De vernieuwde versie van 2010 biedt nu ook de mogelijkheid om het potentieel van nieuwe leveranciers in te schatten, door het kiezen van een aantal vragen uit de totale lijst. Verder is er nu ook een extra vragenlijst om de projectaanpak in de organisatie of bij leveranciers te analyseren. In de vernieuwde norm 2010 zijn er nu 7 specifieke vragenlijsten voor specifieke stadia in de levenscyclus van het product voorzien. Het is aan de organisatie om een keuze te maken van het juiste proces en daarbij dan ook de juiste vragenlijst te kiezen:

  • P1: Potential analysis
  • P2: Project management
  • P3: Planning product & process development
  • P4: Carrying out product & process development
  • P5: Supplier management
  • P6: Process analysis / production
  • P7: Customer support, satisfaction, service
VDA
VDA
De aanpak

De aanpak

Bovenstaand schema geeft het verloop van een VDA 6.3 audit weer. Na het maken van afspraken met de geauditeerde via een auditcontract, start het programma met de voorbereiding.
Het is de bedoeling dat procesaudits eerst worden uitgevoerd op processen die een invloed uitoefenen op het product. Daarom is het belangrijk dat tijdens de voorbereiding van een procesaudit de mogelijke risico's in een proces worden geïdentificeerd, zodat deze tijdens de audit kunnen worden beoordeeld.
Een mogelijks tool voor het identificeren van deze risico's is de “turtle”-methodiek. Bij deze wordt vertrokken van de procesketen (Input – proces – output), en worden dan vragen gesteld als Hoe loopt het proces? Welke functies/personen voeren het proces uit? Welke middelen worden gebruikt om het proces uit te voeren? Hoe effectief loopt het proces?
Tijdens de audit kunnen bovenop de voorgestelde vragen van VDA 6.3 extra vragen worden gesteld en kunnen de risico's worden beoordeeld.
Tijdens het uitvoeren van de audit worden de standaardvragen én de eigen voorbereide vragen behandeld. Het is ook een vereiste dat onmiddellijk acties worden genomen op het moment dat een gevonden afwijking kan leiden tot schade aan de klant of de organisatie.
Na de evaluatie van de audit via de standaard scoringstabel in VDA 6.3, wordt de geauditeerde tijdens een afsluitende vergadering op de hoogte gesteld van de resultaten, en wordt nadien een definitief rapport met de resultaten bezorgd.
Daarna is het aan de geauditeerde om actieplannen op te zetten voor de gevonden afwijkingen en deze ter evaluatie aan de auditoren voor te stellen. Na een grondige evaluatie op de effectiviteit van de genomen acties kan de audit worden afgesloten.

Beoordeling van een organisatie

Met de vernieuwde VDA 6.3 in 2010 worden geauditeerde organisaties/afdelingen nog in drie categorieën ondergebracht. Uit de eindscore kunnen zij een A, B of C-gradatie ontvangen.
Een A-gradatie (met een score boven 90) bepaalt dat een geauditeerde volledig ‘quality-capable' is, terwijl een B-gradatie (score tussen 80 en 90) dit onder bepaalde voorwaarden bepaalt. Een gradatie C (score onder de 80) geeft aan dat een geauditeerde niet geschikt is. Dit kan inhouden dat bij volgende contracten, als er niets verandert, een leverancier wordt uitgesloten van deelname.

We kunnen concluderen dat het gebruik van de VDA 6.3, al dan niet onder druk van een klant, een goede manier is om uw audits, zeker in een productiegebonden omgeving, procesgericht uit te voeren. Men kan niet alleen via standaardvragen de audit voorbereiden en uitvoeren, de norm biedt ook de mogelijkheid om de eigen risico's te bepalen en deze mee te nemen in de audits. Verder is het bepalen van de scores ook ideaal om bij tweede-partij audits de leveranciers op een objectieve manier te vergelijken.