Minder stress, minder absenteïsme

Het meten van stress en het ontwikkelen van een actieprogramma aan de hand van de resultaten is een wettelijke verplichting. Maar het is vooral een middel om beter, efficiënter en veiliger te werken.

Burnout

De wetgeving op het vlak van stress kwam ondermeer tot stand onder het ministerschap van Miet Smet (Welzijn op het werk), waarin organisaties verplicht worden om stress te meten en een jaarlijks en vijfjaarlijks actieplan op te maken. Het is natuurlijk zeer de vraag of alle ondernemingen die wetgeving rigoureus respecteren.

Temeer daar er tot nu toe geen voorbeelden zijn van repressief optreden van de overheid. Maar ondernemingen lopen wel de kans om zelf voor de kosten van een door stress veroorzaakt arbeidsongeval te moeten opdraaien als de verzekeraar non-conformiteit met de wetgeving vaststelt.

Daarnaast is er de meer recente wet Onckelinx. Die is weliswaar meer gericht op pesten en plagen op het werk, maar volgens dr. Luc Swinnen bestaat er een duidelijke correlatie tussen dat pesten en het stressniveau in bedrijven. Dr. Luc Swinnen heeft zich in de loop der jaren gespecialiseerd in stressmetingen en het ontwikkelen van stressprogramma's. Tot nu toe heeft hij van zo'n 38.000 mensen het stressniveau gemeten.

Niet de wetgeving moet volgens hem ondernemingen stimuleren om stress aan te pakken, wel het feit dat men er miljoenen mee kan besparen. "Mensen willen immers werken in een omgeving waarmee ze zich verbonden voelen, ze willen erkenning voor hun inspanningen. Daardoor zijn ze gemotiveerd en presteren ook beter. Bovendien is er nu de tendens om mensen tot op hogere leeftijd in het arbeidscircuit te houden. Dat zal voor bepaalde functies zeker een aanpassing van het stressniveau vergen."

Turbo-maatschappij

Stress heeft natuurlijk altijd bestaan. De huidige hoge interesse is een gevolg van de maatschappelijke evolutie. Rond fysisch bedreigende arbeidsprocessen zijn omzeggens alle mogelijke maatregelen genomen en een aantal 'gevaarlijke' activiteiten zijn naar het buitenland verhuisd. "Het is dan ook normaal dat de nadruk nu op de psychosociale aspecten komt te liggen, zeker in de turbo-maatschappij waarin we nu leven," aldus dr. Swinnen. "Ik verwacht daarrond trouwens nog bijkomende wetgeving, aangestuurd door de Europese Gemeenschap."

Collega's die hun werk niet goed doen, overwerken, deadlines, verschillende taken tegelijk moeten doen, chefs waar men niet mee over de baan kan: het zijn fenomenen waar men elke dag mee te kampen heeft en die men niet kan ontvluchten. Men kan er wel aan werken, zowel vanuit de organisatie als vanuit het individu. Waarbij men wel moet opmerken dat het ene individu van nature stressbestendiger is dan het andere. "Let wel, voor de organisatie is dat daarom geen voordeel. Minder stressbestendige mensen leunen bijvoorbeeld liever aan bij hun chef of collega. Het zijn dus betere teamspelers en zeer loyale medewerkers." Leeftijd speelt een rol in stressgevoeligheid. Tot 45 à 50 jaar neemt stress toe, daarna om onbekende redenen weer af. De hogere stress bij vrouwen betekent niet dat ze er meer gevoelig voor zijn, maar heeft volgens dr. Luc Swinnen te maken met de dubbele taak van de vrouw: werk en gezin. In theorie werkt de moderne man wel mee in het gezin, maar in de praktijk is dat (nog) niet altijd het geval.

Leren omgaan met stress

Aan stress kan op twee niveaus worden gewerkt. Na de stressmetingen kan men de oorzaken in de verschillende afdelingen van de organisatie in kaart brengen en actieprogramma's ontwikkelen. Bijvoorbeeld op het vlak van leiding geven, communicatie, ergonomie van de werkplek, collegialiteit, het overeenkomen van vaardigheden en taken. Maar ook op individueel vlak kan aan stressreductie worden gedaan. "Daarbij wordt in de eerste plaats gekeken naar de conditie van de persoon in kwestie. Men kan niet stressbestendig zijn als men niet fatsoenlijk eet, drinkt slaapt en rekening houdt met het bioritme. Het is trouwens angstaanjagend hoe slecht het met de conditie van onze mensen is gesteld," stelt dr. Swinnen.

Een volgende stap in het actieprogramma bestaat er in de mensen te leren zich beter te organiseren, de tijd adequaat te gebruiken en een ander gedragspatroon te vertonen. Dr. Swinnen: "De belangrijkste maar ook de moeilijkste stressreductietechniek is het veranderen van de overtuigingen die stress veroorzaken. Als ik bijvoorbeeld alleen tevreden ben over mijn werk als anderen zeggen dat het goed was, dan ben ik voortdurend afhankelijk van anderen en leef ik onder stress. Als mijn eigen overtuiging dat het goed was voldoende is om tevreden te zijn, zal ik veel minder onder stress staan. Een ander voorbeeld: wie angst heeft om ziek te worden ziet overal ziektegevaren, legt zichzelf allerlei 'gezondheidsverplichtingen' op en heeft veel meer stress dan iemand die gewoon gezond wil blijven." De makkelijkst meetbare resultaten van een gedegen stressmanagement en een daardoor dalende stressindex worden geboekt op het vlak van absenteïsme. "Wij worden er vaak bijgehaald als het alarmpeil van 6 à 7% is bereikt. Na het actieprogramma zakt dat cijfer tot onder de 5%. Dat is een enorme return on investment, die elk jaar weer opnieuw kan worden geboekt. Moeilijker te meten maar beslist aanwezige resultaten zijn ondermeer ook minder verloop en meer efficiëntie en effectiviteit."

Groepsmetingen en individuele metingen

Voor het meten van stress in organisaties gebruikt dr. Swinnen vragenlijsten met vragen rond interpersoonlijke verhoudingen, ergonomie, werkdruk, zelfstandigheid enz. Aan de hand daarvan wordt gekeken hoe mensen tegen problemen aankijken en hoe vaak die problemen voorkomen. Het eindresultaat is een 'stressindex'. Een gedeelte van de vragenlijsten is standaard en wordt universeel gebruikt. De resultaten van dat gedeelte laat dan ook benchmarking toe. Het andere deel van de vragenlijsten wordt op maat ontworpen, omdat stressbepalende factoren van organisatie tot organisatie kunnen verschillen. Sommige sectoren en functies blijken stressgevoeliger dan andere. "Stress ligt hoger bij ploegwerk en bij nachtwerk," aldus dr. Swinnen. "Dat geldt ook voor horeca, onderwijs, vervoer, veiligheid en sommige productiebedrijven.

Algemeen kunnen we stellen dat stress veel voorkomt bij het middenkader. Die mensen moeten enerzijds leiding geven en anderzijds ook verantwoording afleggen. Die situatie veroorzaakt blijkbaar interne spanningen." Stress kan echter ook individueel en lichamelijk worden gemeten, een techniek die in de Angelsaksische landen gemeengoed is geworden maar hier zelden wordt gebruikt. Nicole Vandeweghe, die samen met dr. Swinnen het opleidingsprogramma van Amelior rond stressmanagement verzorgt, gebruikt die objectieve meetmethode wel. Zij beschikt over bio-feedback apparatuur waarmee stress wordt gemeten aan de hand van parameters als spierspanning, huidgeleiding, temperatuur en ademhaling. Men kan er mee te weten komen of het chronisch of acuut is, waar het vandaan komt. Het is zelfs mogelijk therapeutische technieken toe te passen en op computerscherm te volgen of ze al dan niet helpen.