De veiligheidsbarometer van Vesuvius

Bij Vesuvius Oostende zorgde het project ‘Safetybreakthrough' voor een grondige verbetering van het veiligheidssysteem. Amelior begeleidde en ondersteunde het project.
Vesuvius

In Oostende produceert Vesuvius keramische stoppers (debietregelaars) die in de staalindustrie in het continu gietproces worden gebruikt. De vestiging telt 175 medewerkers. Het verbeterproject, begin vorig jaar opgestart, was een eigen initiatief van de Oostendse plant. De aanleiding was een stijging van het aantal arbeidsongevallen.
 

HSE manager Nico Denoo: “Ook op groepsniveau is toen een project voor verbetering van de veiligheid opgestart, eveneens onder de naam Safetybreakthrough. Het zijn aparte initiatieven met verschillende raakvlakken.”
Voor de eigenlijke start van het project voerde Amelior metingen en een audit uit en maakte ook een gap-analyse ten opzichte van het ISO 45001-veiligheidssysteem. Daarvoor werden gesprekken gevoerd met afdelingsverantwoordelijken en ook operatoren, die zich op die manier al van bij het begin bij het project betrokken voelden. Uit de bevindingen konden specifieke actiepunten worden gedistilleerd.
“Maar waar we in het algemeen vooral naar toe wilden werken lag al op voorhand vast,” aldus Nico Denoo. “We wilden meer betrokkenheid, niet alleen van de mensen op de vloer, maar ook van de hiërarchische lijn.”

Barometer voor 5 ploegen

Op aangeven van Amelior heeft Vesuvius werk gemaakt van een ‘veiligheidsbarometer'. Daarin zitten als hoofdpunten arbeidsongevallen, incidenten, melding onveilige toestanden (MOT's), observatierondgangen (ROB's) en toolboxmeetings. In een later stadium, als de productiereorganisatie (zie kader) achter de rug zal zijn, komt daar ook nog orde en netheid bij. In dat kader gaf Amelior trouwens al een 5S-opleiding.
De barometer wordt bijgehouden voor de vijf ploegen. Vesuvius werkt in een continu systeem, zes dagen op zeven, met vier ploegen en een vijfde (dag)ploeg waarin ook de bedienden zijn ondergebracht. “We willen dat elke ploeg zelf de verantwoordelijkheid voor veiligheid draagt,” aldus Nico Denoo.
Het objectief voor arbeidsongevallen, aannemers en uitzendkrachten meegerekend, werd op nul gesteld. “Dat is een heel duidelijke communicatie naar de ploegen toe”, stelt Nico Denoo.
Wat het hoofdstuk incidenten betreft streeft Vesuvius naar een melding van alle mogelijke voorvallen. “Want dan kunnen we daar acties rond opzetten. Het is overigens de taak van de werkvloer om acties voor te stellen. Een stijging van het aantal meldingen vind ik dan ook niet erg. Momenteel werken we 300 dagen zonder ongeval met werkverlet, we hopen ons record van vorig jaar (493 dagen) in de loop van volgend jaar te verbreken.”

MOT's

Voor ‘melding van onveilige toestanden' of MOT's rekende Vesuvius vroeger op een systeem van werkbons. Soms zaten daar ernstige toestanden tussen die een ongeluk zouden kunnen veroorzaken. Uit de analyse van Amelior bleek dat die vaak te lang bleven aanslepen. Vandaar nu de aparte onderverdeling in MOT's, waarvoor de ploegen in de barometer een quotatie krijgen. Het streefcijfer is 80 % , wat ook geldt voor de andere onderdelen van de veiligheidsbarometer. Nico Denoo: “We kijken na of ze correct zijn ingevuld en ook op de correcte manier zijn geformuleerd. We wilden immers vermijden meldingen te krijgen zonder meer. In de aard van: dit is een onveilige toestand, trek er uw plan mee. Nee, we wilden ook een analyse en een aanbeveling van wat er zou moeten gebeuren. We hebben ook de mogelijkheid opgenomen om een toestel eventueel uit dienst te nemen. ”
Nico Denoo is tevreden over de meldingen. Begin november stond de teller op een 270, waarvan er een 200 waren opgelost. Het is nu de melder die de melding moet afsluiten. “Vroeger werd zo'n melding soms afgesloten zonder dat er in feite actie was ondernomen. De melding bleef niet op iemands naam staan en verdween uit het systeem. Ook nieuw is dat de MOT langs de meestergast moet passeren, zodat hij eventueel onmiddellijk kan ingrijpen.”
Het aantal nieuwe meldingen, de afgesloten meldingen en de openstaande meldingen worden bijgehouden in een grafiek. “Vooral die laatste houden we met de stuurgroep scherp in de gaten, en we zien dat die deze maand (oktober) voor de eerste keer aan het zakken is.” Het hele veiligheidsgebeuren wordt begeleid door een stuurgroep, met daarin de plant manager, de productieverantwoordelijjke, de onderhoudsverantwoordelijke en de HSE manager.

Observatierondgangen

In de veiligheidsbarometer worden ook de observatierondgangen (ROB's) bijgehouden die door Amelior zijn geïntroduceerd. “Daarbij ga je naar de werkplaats en sta je een twintigtal minuten stil bij de situatie. Je volgt daarbij de hele cyclus, zodat je alles ziet wat er gebeurt. Uiteraard probeer je daarbij onveilige handelingen te detecteren en feedback te geven aan de betrokkenen. En je probeert tijdens het gesprek zaken te weten te komen die je niet gezien hebt en die eventueel als storend worden ervaren. Tegelijk kun je ook uitkijken naar onveilige situaties. Momenteel zitten we aan 16 rondgangen per maand. Voor het uitvoeren van die ROB's zijn we begonnen met een kleine groep van 8 mensen, nu zijn dat er 25. De rondgang wordt altijd door twee mensen uitgevoerd: iemand uit de hiërarchische lijn, samen met een operator of een adjunct-meestergast. In het kader van de ROB's houden we ook de onmiddellijke interventies bij: iets wegnemen dat in de weg ligt, iemand aanspreken op het niet-dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen enz. Zowel het aantal uitgevoerde ROB's als het aantal onmiddellijke acties worden in een grafiek uitgezet en worden besproken door de stuurgroep. “
Een groot voordeel van de ROB's vindt Nico Denoo dat veel meer mensen bij het veiligheidsgebeuren worden betrokken. “We zien dat veel meer mensen dan vroeger onveilige toestanden gaan melden bij hun meestergast. En er ontstaat een aanspreekcultuur, de eerste stappen naar Behaviour Based Safety (BBS) zijn gezet.”
Met Behaviour Based Safety wordt gedoeld op een cultuur waarbij iedereen het (veilig/onveilig) gedrag van iedereen observeert en waarbij iedereen ook iedereen daarop aanspreekt. Daarvoor moet men natuurlijk eerst de veiligheidsregels kennen. Nico Denoo: “Vandaar dat ik de minimum veiligheidsregels op papier heb gezet. Via de ROB's observeren we of de regels worden gevolgd. Door de mensen tijdens de rondgangen te wijzen op bijvoorbeeld het niet-dragen van een PBM proberen we tot die aanspreekcultuur te komen, maar er is natuurlijk nog een lange weg af te leggen. Een nieuwe cultuur introduceren vergt tijd.”

Toolbox

De nieuw ingevoerde ‘toolboxmeetings' vallen onder de verantwoordelijkheid van de meestergasten, door Nico Denoo aangestuurd. De onderwerpen worden bepaald door de stuurgroep. De frequentie bedraagt één toolbox per ploeg per maand. Door het aantal toolboxmeetings zichtbaar te maken op de veiligheidsbarometer kan de stuurgroep ingrijpen als een bepaalde ploeg ondermaats presteert. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere elementen van de barometer. Voor ploegen die goed scoren op de veiligheidsbarometer is overigens een financiële bonus voorzien.

Intern transport

Een opmerking van Amelior betrof het ontbreken van een intern transportplan. Daaraan wordt nu zowel binnen als buiten de gebouwen gewerkt, via bijvoorbeeld het plaatsen van signalisatie, parkingbelijning, afschermingen, toegangscontrole enz. Voor 2011 staat zelfs een volledige vernieuwing van de weg rond de gebouwen en een nieuwe belijning op het programma. In de gebouwen wordt onder meer een scheiding gemaakt tussen de trajecten voor heftrucks en voetgangers.
“Vanuit de groep hebben we standaarden gekregen rond heftrucks en intern transport. Daarvan maken we dankbaar gebruik om van onze wensen daadwerkelijk eisen te maken. Zo zijn de heftrucks nu beveiligd met batchkaarten, is hun snelheid nu teruggebracht van 16 tot 7 km/u en krijgen de bestuurders om de drie jaar opleiding in plaats van om de wettelijk voorziene vijf jaar. Verder zijn er nu ook standaarden voor risicoanalyses, voor het afsluiten van machines, voor machineveiligheid enz.”

Communicatie

Uiteraard heeft Vesuvius Oostende in het kader van het project Safetybreakthrough sterk aan communicatie rond veiligheid gewerkt. Het project kreeg een eigen logo, de barometer en de grafieken hangen op vier grote borden uit in de productie en de refters. Daarop staat ook wat er van de ROB's is geleerd en ook het schema van de ROB's is geafficheerd. Op de borden, waarvan de inhoud elke maand verandert, staat verder ook een maandelijks thema in de vorm van een poster. Naast de posters zijn er ook kaartjes, die worden meegegeven met de loonfiches. Nico Denoo: “Het laatste kaartje van het jaar is een vragenkaartje met een vraag over de twaalf thema's van het voorbije jaar. De personen die alle twaalf vragen correct beantwoorden komen in een enveloppe terecht, waaruit dan één hoofdprijs en twee kleinere prijzen worden geloot.”
Amelior heeft in het kader van Safetybreakthrough diverse opleidingen verzorgd. Bijvoorbeeld rond de taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische lijn op het vlak van veiligheid. Verder ook een opleiding rond het geven van toolboxmeetings en ook rond het uitvoeren van ROB's.

Vesuvius

De groep Vesuvius heeft wereldwijd vestigingen en telt een 13.000 werknemers. Het hoofdkwartier bevindt zich in Brussel. Vesuvius behoort tot de Britse Cooksongroep. In de vestiging in Oostende werken nu weer 175 mensen. Tot voor kort waren dat er door de crisis slechts 100. Die stijging is een gevolg van de sterke heropleving van de staalindustrie, waaraan Vesuvius toelevert. Er moet dan ook flink wat tijd worden gestoken in de opleiding van de nieuwe medewerkers.
Momenteel lopen in Oostende twee investeringsprojecten. Enerzijds voor een nieuwe mix-plant, waar het grondstoffenmengsel voor het produceren van de keramische stoppers wordt gemaakt. Anderzijds werd in het bestaande gebouw geïnvesteerd in nieuwe ovens en een automatisch transportsysteem. De Oostendse vestiging heeft zowel een ISO 9001- als een ISO 14001-certificaat.